maandag 31 januari 2011

Aftreden, hoezo?


Koningin Beatrix 73


Ooit is gezegd dat het Engelse vorstenhuis de neus optrekt voor dat van Nederland nu reeds tweemaal achtereen onze regerende vorstinnen voor het einde van de rit troonsafstand deden. De gedachte dat het koningschap door God gegeven is en alleen door God kan worden weggenomen zit nu eenmaal diep gebakken in de Engelse traditie die bovendien het koningschap verbindt aan de hoofdfunctie van de Anglicaanse kerk. In die, in onze ogen antieke, traditie behoort een regerend vorst in het harnas te sterven.

Desondanks is troonsafstand ook in onze traditie niet per se vanzelfsprekend. Die traditie is natuurlijk van veel recenter datum dan de Engelse. Onze eerste Oranjekoning trad in 1840 voortijdig af nadat zijn koningschap controversieel was geworden met name wegens zijn voorgenomen tweede huwelijk met een Belgische – katholieke – gravin. Willem II en Willem III werden door de dood van hun functie verlost. Vervolgens waren het Wilhelmina en daarna Juliana die nadrukkelijk vanwege afnemende krachten afstand deden van de troon.

Onze Grondwet biedt alle ruimte aan de huidige koningin om de functie van staatshoofd te blijven vervullen zolang zij zich zelf hiervoor goed genoeg voelt. Niets in haar eigen gedrag wijst erop dat zij gebukt gaat onder haar toenemende ouderdom. Men zou eerder mogen veronderstellen dat zij tegen troonsafstand opziet; haar rol als koningin lijkt haar juist vitaal te houden.

Maar dit zijn slechts gissingen. Als er enig mysterie aan het Nederlands koningschap, respectievelijk het Huis van Oranje kleeft, dan is dat juist ten aanzien van dit aspect. Zelfs de vraag met wie de koningin haar innerlijke mysterie deelt, blijft in het publieke berichtgeving onbeantwoord. Dat de berichtgeving hierover jaarlijks rond haar verjaardag hardnekkiger wordt, wijst er niettemin op dat in de burelen van het paleis Noordeinde wel over een troonsopvolging binnen overzienbare tijd gesproken wordt.

Het contrast met de Engelse situatie kan haast niet groter zijn. De levensverwachting van Elisabeth II is, mede gezien de hoge leeftijd die haar eigen moeder bereikte, aanzienlijk. Het gerechtvaardigde verlangen van haar zoon om nog voldoende vitaal te zijn als hijzelf aan bod komt, staat volledig ondergeschikt aan God’s beschikking, zo lijkt het. Die is en blijft ondoorgrondelijk en dus, praktisch gezien, onbespreekbaar.

Het zal op enig moment gebeuren maar ik sluit mij op deze verjaardag van de koningin graag aan bij de meerderheid van de Nederlandse bevolking, die geen enkele aanleiding heeft om op haar troonsafstand te zinspelen.

1 opmerking: