Direct na de verkiezingen in juni j.l. had ik al opgemerkt dat de zeer gunstige uitslag voor de PVV in sommige kringen, vooral bij jongeren, het beeld had opgeroepen dat Wilders “dus” premier zou worden. Zijn partij had immers de grootste winst behaald. Die indruk wordt nu bevestigd door een onderzoek waaruit blijkt dat een kwart van de PVV-stemmers in de veronderstelling verkeert dat Wilders (ten minste) minister is.
Ik heb die beeldvorming destijds in verband gebracht met de simpele logica van mediapopulariteit. Winst telt, dus komt de winnaar (hoe ook gedefinieerd) bovenaan. Dat de VVD in de parlementsverkiezingen feitelijk het grootste aantal zetels won, is kennelijk niet overtuigend geweest. Dat is op zich wel opmerkelijk. Mark Rutte scoort immers in mediapopulariteit bepaald niet slecht.
De eenvoudige kiezerslogica is ontwapenend en overigens ook niet helemaal onrealistisch. Zelfs PvdA-leider Job Cohen heeft de nu regerende constellatie het “Kabinet Wilders” gedoopt.
Inmiddels is de prominente aandacht voor (de invloed van) Wilders redelijk weggeëbd. Voor het Afghanistan-besluit behaalde het kabinet ondanks tegenstribbelen van de PVV een eerste overwinning met medewerking van oppositiepartijen.
Een volgende horde staat voor de deur. Het gaat tellen wie in maart de winnaar (de grootste, de grootste winst?) wordt van de Provinciale Statenverkiezingen. Rutte heeft gezegd dat het niet uitmaakt op wie men stemt (als het maar een regeringspartij is), maar ik kan mij niet voorstellen dat hij iets anders wil dan een landslide voor zijn eigen VVD.
Voor de stabiliteit van de coalitie en bij afwezigheid van een geloofwaardig oppositie-alternatief zou het ook wel beter zijn als de grootste onder de verliezers van juni j.l. in de komende maand daadwerkelijk een winnaar is. Gebeurt dat niet in overtuigende mate dan zal de vraag wie werkelijk de baas is chronisch onbeantwoord blijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten