zondag 26 juni 2016

WIJ WILLEN ALLEMAAL EEN ANDER EUROPA


In de EU staat nu alles op z’n kop


Vooraf

Brexit bood een uniek precedent als het gaat om referenda. Onder de stembusgangers waren minstens evenveel sterk gemotiveerde stemmers aan beide zijden: leave resp. remain. Want inderdaad, alleen als de stemming in het land werkelijk 50/50 is, kan een referendum zinvol zijn. Onverschilligheid over referenda is geen optie meer. Anders worden zij blijvend het machtsmiddel van een minderheid.

Brexit staat voor onbehagen in heel Europa

Hoe dan ook, dit is wat gebeurt wanneer leiderschap tekort schiet om geschiedenis te maken. Dan schrijft het volk zijn eigen geschiedenis. Regeringsleiders zien de spiegel van hun eigen falen. De afrekening hiermee lijkt onverbiddelijk en op lange termijn onafwendbaar. Immers, de stemming tegen de EU in Engeland is niet de enkele gezichtsvernauwing van eilandbewoners. Alom in Europa heerst ongemak met de Brusselse bureaucratie en met haar zielloze invloed op het dagelijkse leven van haar burgers.

Dat die invloed – over de afgelopen tientallen jaren bezien – in werkelijkheid niet enkel negatief is legt in de beeldvorming vandaag weinig eieren in de schaal. Jongere generaties hebben geen boodschap aan de grote visies die in de jaren vijftig hebben geleid tot de eerste Europese verdragen. Zelfs het gegeven dat wij mede hierdoor inmiddels meer dan zeventig jaar (nagenoeg) in vrede leven overtuigt nog weinigen. Stellig is dat een van de lessen van de discussies die ‘Brexit’ – niet alleen in Engeland – veroorzaakte.

Nu al roepen de eerste reacties uit Brussel argwaan op. Er wordt bijna zalvend gesproken over een “flexibel Europa”, wat niets minder is dan het recept voor verdere afkalving. En ook de reactie van onze eigen premier Mark Rutte valt in deze categorie. Hij verviel onmiddellijk in typische Brussel speak. De termen die hij gebruikte zoals ‘stap voor stap’ en ‘stabiel’ liggen voor op de tong van alle Europese politici en ambtenaren. Zij spreken de taal die ons allemaal is gaan tegenstaan, de Babel van voortdurende compromissen en halve besluiten die op ons drukt als een dikke deken van overmatige regelzucht. De EU is een soort katholieke kerk, onbereikbaar en onaantastbaar voor de burger, een bestuurlijk Vaticaan waarvan de regels op Europa als pauselijke dictaten worden afgestort. Daarmee moet radicaal worden gebroken ter wille van een democratisch en toegankelijk Europees leiderschap.

Wat staat ons te doen

De onmiddellijke gevolgen van ‘Brexit’ zullen intussen minder dramatisch blijken voor de economie (in Europa zelf) dan velen doen geloven. Het Verenigd Koninkrijk is geen euroland, het pond blijft het pond. Het handelsverkeer zal grotendeels in tact blijven.

Maar des te zwaarder zijn de politieke consequenties. Die liggen nu op het bord van alle Europese regeringen en hun parlementen. De conclusie kan geen andere zijn dan dat wij in Europa met ons allen een hernieuwd proces van onderhandelen over de EU zullen ingaan. Hopelijk laat men zich hierbij op z’n minst inspireren door de gevoelens van verontwaardiging die een eventueel verdergaande aftakeling van Europa juist bij jongeren blijkt op te roepen. Het referendum in Engeland is bij uitstek hun Wake-up Call.

In de tweede plaats mag de herbezinning in Europa niet enkel worden toevertrouwd aan de heersende ambtelijke en politieke elites. Werkelijk nieuw leven geven aan de EU zal buiten de bestaande orde gestalte moeten krijgen. Het lijkt mij daarom van groot belang dat denktanks en actiegroepen worden opgezet met een brede participatie uit alle bevolkingsgroepen. Gebeurt dit niet dan is er opnieuw het risico van een luidkeels “Non!” tegen elk volgend voorstel.

Intussen is het verstandig om te waken tegen vergaande versimpeling. Vooral populisten zien de opgave uitsluitend als een kwestie van ‘minder EU’. Dat is een illusie. Zeker, een hoop regelgeving mag terug naar de lidstaten, maar de kern blijft het democratisch gehalte van de EU en de noodzaak van overtuigend leiderschap dat zich verantwoordt tegenover alle Europeanen. Mijn hoop is dat wij een streep zullen gaan halen door het wangedrocht van de Europese Commissie. In de plaats van deze bureaucratische moloch behoort de EU geleid te worden door een politiek bestuur dat verantwoording aflegt aan het Europees parlement.

Het wordt weer interessant. Ik merk het aan mijn schrijfdrift. Niets is erop tegen dat wij allen, als gewone Europese burgers, de geschiedenis een handje blijven helpen.

woensdag 15 juni 2016

HET EUROPEES PERSPECTIEF


Europees Nederlander?
Ja, om te beginnen.

Ik bezocht een bijeenkomst van de Europese Beweging Nederland. Thema was de rol van Europa als mondiale speler. Mijn hoofdrol was de begeleiding van mijn oom van 92 (hij kan nauwelijks meer zien), die zich in zijn leven bij uitstek voor Europa heeft sterk gemaakt. Een bezield Europa (Heart and Soul for Europe, Edy Korthals Altes)

Als eerste werd de winnaar bekend gemaakt van de prijs “EuroNederlander van het jaar”. De genomineerden verdienden wat mij betreft allen die prijs, maar een (vrij ondoorgrondelijke) stemming had een winnaar aangewezen.

Wat is eigenlijk een ‘EuroNederlander’? Wat is een goed Europeaan?

Als ik een kenschets moet geven dan is dat vooral vanwege zijn (of haar) wereldperspectief. Als geen ander is dat de sterkte van Europa. Het zijn toch vooral Europeanen geweest die, al is het soms door gruwelijkheden, de wereld hebben leren kennen en die zich niet alleen in beschouwelijke zin grondig hebben verdiept in de veelheid van culturen en hun achtergronden. De Europeaan moet in staat zijn bruggen te slaan in onze wereld. Wij moeten niet voortdurend willen meegaan in gewapende repressie.

Wij benutten onze goede kwaliteiten dus niet. Helaas niet, ook omdat wij (zoals in de bijeenkomst veelvuldig gezegd) met ons allen veel te veel in ons eigen hokje willen kruipen (of blijven). Onzeker, en louter defensief.

Europa is wat mij betreft niet absoluut. Ik zie het EuroNederlanderschap als enkel tussenstation. En ja, er zal nog een enorme uitdaging moeten worden beantwoord, voordat wij met ons allen het Europeaan zijn omarmen. Dat gaat zeker meer dan vijf jaar duren.

Mijn pijlen zijn – uiteindelijk - gericht op de vestiging van een wereldburgerschap van alle mensen op Aarde, ieder met hun eigen kenmerken en accenten. Staten worden meer fluïde, de markt staat ten dienste van de burgers. Maar dan zijn we al weer een paar honderd jaar verder.

In de tussentijd moeten, zoals gezegd, heel wat horden worden overwonnen. Daarover ging het tweede deel van de bijeenkomst. Centraal thema - in mijn eigen samenvatting: wij moeten de zaken in Europa op korte termijn alle opzichten op orde krijgen, want ons wachten uitdagingen – wereldwijd – waarbij elk huidig conflict of spanningsveld verbleekt. In de EU wordt hierover binnen-kort een strategisch plan op tafel gelegd. Insiders gaven een beeld van de reikwijdte en implicaties ervan. Climate Change als niet meer te stuiten ramspoed die eerst en vooral de meest kwetsbare (en minst ‘schuldige’) volken treft. Nieuwe spanningsvelden ontstaan.

De grootste uitdaging waarvoor wij staan, als Europeaan en wereldburger, is de overwinning van onszelf. Hoezeer willen wij niet blijven vasthouden aan het leven zoals dat niet houdbaar meer is? Willen wij werkelijk solidair zijn met de mensheid? Of is dat een vraag die door de overweldigende uitdagingen al overbodig is geworden?

Met ons allen staan wij voor het behoud van een duurzaam leefbare planeet.

zondag 5 juni 2016

HET CDA HEEFT ZIJN DEFINITIEVE DOODVONNIS AL GETEKEND.



Het politieke midden is the wrong place to be

Dit weekend hield het CDA zijn partijcongres waarbij Sybrand van Haersma Buma bevestigd werd als lijsttrekker.  In zijn speech pleitte hij voor een “beter Nederland” en een ”nieuwe politiek", gericht op een sterke samenleving en een eerlijke economie.  “Deze coalitie zou bruggen slaan, maar polarisatie overheerst”, zei hij.  Gesteund door zijn congres zette Buma het CDA traditiegetrouw “in het midden” als de beste plek voor een partij die vriend en vijand bij elkaar wil brengen.

Echt vernieuwend is dit allemaal niet. Noch is duidelijk welk electoraat het CDA met dit profiel wil aantrekken. Kiezers zijn in de eerste plaats geïnteresseerd in duidelijke opvattingen. Dat de duidelijkheid die bijvoorbeeld een PVV biedt voor de meerderheid in Nederland onacceptabel is doet hieraan niet af. Hiertegen afzetten – zoals Buma doet – werkt permanent averechts. Dat hebben we toch wel geleerd zo langzamerhand?

Juist in deze tijd van culturele diversiteit en toenemende bevolkingsdruk vanuit de Islamitische wereld mag van het CDA een heldere christendemocratische visie worden verwacht, niet over de rug van Wilders, maar rechtstreeks aan alle Nederlanders die zich ongemakkelijk voelen bij de sociale, economische en culturele gevolgen van deze ontwikkeling. De speech van Buma bevatte in dit opzicht bitter weinig aanknopingspunten.

Maar de hele gedachte dat je als partij nog succes kan hebben met een doelbewuste middenpositie lijkt mij volledig achterhaald. Midden tussen wat? In het links-rechtsschema met duidelijke, tegenstellingen  op sociaal-economisch en cultureel gebied was dit nog begrijpelijk, maar nu die oude tegenstellingen vrijwel geheel verwaterd zijn en het enkel nog gaat om helderheid en kracht in het publieke vertoon valt de logica ervan geheel weg. Opnieuw is het de PVV die dit aantoont, met haar gemengd “ultra-rechtse” en linksige ideeën.

Het CDA is natuurlijk niet de enige partij die graag in het midden nestelt. D66 lijdt aan hetzelfde euvel en zij heeft in het huidige politieke spectrum behalve het vertrouwde gelaat van Pechtold nauwelijks nog een eigen gezicht. Ik zie hem als architect bij uitstek van de gemiste kans. Het is voor mij onbegrijpelijk dat D66 en Groenlinks niet al lang de handen ineen hebben geslagen voor een krachtige sociale, vrijzinnige partij die daadwerkelijk geeft om onderwijs, milieu en sociale rechtvaardigheid.

Partijen moeten bovenal duidelijk maken wat zij willen bereiken: hun  unieke profiel en hun concrete mix van strijdpunten in het publieke debat.  Het zijn de kleur en de toon van hun uitspraken waarop de kiezer afgaat.

Bruggen slaan betekent dat je mensen met verschillende standpunten bij elkaar brengt en verbindt. Dat is typisch christen-democratisch zou je zeggen. Maar met een plek in het midden heeft dit niets te maken. Ook van onze rechtse premier Rutte mag enig bruggen slaan verwacht worden, iets wat hij in de praktijk van het regeringshandwerk vrijwel dagelijks doet.

In de tweede plaats geldt de noodzaak van bruggen slaan vooral voor de samenleving als geheel. Harmonie tussen al die verscheidene Nederlanders bereik je niet in het parlement. Bovendien sluit het CDA ‘bruggen slaan’ met de PVV al bij voorbaat uit. Dat is geen sterktebod. Dat Buma geen zin heeft in een coalitie met Wilders is begrijpelijk, maar je kan zijn aanhang niet zomaar buiten de deur zetten. Het is juist zaak, zeker voor het CDA, om een visie te ontwikkelen die onze samenleving van verschillende culturele en etnische achtergronden verbindt met behoud van Nederlandse waarden. Alleen op die manier is het denkbaar onze verdwaalde medeburgers weer tot zinnen te brengen. Enkel het perspectief bieden van ‘een vluchtheuvel’ – zoals het CDA lijkt te doen - is ruim onvoldoende.

Alles bijeen vrees ik dat het CDA met de koers van Buma een hoofdstuk heeft ingeluid dat wel eens de definitieve epiloog van deze partij kan zijn.