maandag 7 januari 2013

2013 - Tweehonderd jaar Koninkrijk

















1813 - Aankomst Willem I in Scheveningen


Het is 2013. In Buitenhof afgelopen zondag op TV werd stilgestaan bij de viering dit jaar van tweehonderd jaar Nederlands koninkrijk. Hoera. Wat vieren we eigenlijk? Ik zit op het puntje van mijn stoel want ik vind het een interessante vraag en ik heb er mijn eigen opvattingen over. 

Gelukkig zijn de deelnemers aan het zondagochtenddebat goed genuanceerd en deskundig. Geen vaag geklets over “monarchie” versus democratie maar een behoorlijk gesprek over de Nederlandse geschiedenis. Belangrijk aandachtspunt is Willem I die de monarchie in eerste aanleg vormgaf, autoritair, zakelijk en ondernemend. Belangrijk voor de toestand waarin ons land zich rond 1813 bevond. Vervolgens heel terloops het mislukken van Oranje met zijn opvolgers, tot het aantreden van de eerste vrouwenvorstin Emma. Zij schiep het Oranje dat wij vandaag kennen. Het klopt allemaal. Even goed als de opmerking van een van de deelnemers dat “het allemaal teruggaat naar Willem van Oranje, de vader des vaderlands”. Jazeker. 

In mijn eigen voorstelling is 1813 het jaar van de continuïteit en het jaar van de introductie van een merkwaardige anomalie. Dat is wat het interessant maakt. Laat ik beginnen met de anomalie. Dit is natuurlijk de vestiging van de Nederlandse monarchie. Niets in onze eigen geschiedenis maakte dit vanzelfsprekend. Zeker niet de meerderheid van Nederland wilde per se een “koning”. Zelfs Willem I haar daarover aarzelingen, niet omdat hij die ambitie miste maar omdat hij het Nederlandse volk kende. Oranje was altijd in dienst geweest van Nederland, niet de baas. Dat dit toch gebeurde is het product van de Europese geschiedenis. Iets dat wij maar al te makkelijk vergeten. De Europese leiders van 1813 (1815) wensen een ordelijk Europa en ook de Nederlanden behoorden hiertoe. Dat “ordelijk” impliceerde een gematigde herintroductie van het monarchaal bestuur. Wilden de Nederlanden in Europa meetellen, dan alleen met een koning aan het hoofd. Aldus geschiedde. Aan de vroegere republiek werd deze staatsvorm simpelweg door de loop van de Europese geschiedenis opgedrongen, niet door de loop van onze eigen geschiedenis. 

Maar wat een continuïteit! Je zou ook kunnen zeggen dat 1813 een rimpeltje was in een geschiedenis die inderdaad al teruggaat op de grote Zwijger. De Unie van Utrecht is daarom als feestelijke aanleiding misschien veel belangrijker. Zonder Oranje geen Nederland, en omgekeerd natuurlijk. De Grondwet van Nederland die sinds 1813 (1815) het koningschap van Oranje erfelijk verklaart bevestigt een onverbrekelijk contract over de wederkerige identiteit. De monarchie is bijzaak. 

Dat laatste wil ik altijd graag onderstrepen. Nederland is een republiek met Oranje op de troon. Het volk is de baas. Dat behoren wij al meer dan vierhonderd jaar te vieren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten