vrijdag 20 juli 2012

Ooit wel eens een joint gerookt?


















Ik wel. 

Nooit alleen, altijd in goed gezelschap. Nooit als vluchtplaats voor depressie maar altijd, integendeel, als middel om mijn positieve gevoel te versterken. De gewaarwording is van het betreden van een ongebruikte plek in je hersenen; een stoffige zolder vol met interessante dingen. Een ruimte in je hoofd met diepe, warme kleuren en duidelijke contrasten. Ineens zie je dingen scherp, abstracte dingen, zoals een maatschappelijke verschijnsel, en concrete dingen: de contouren van het meubilair, de karaktertrekken in een gezicht, de kleuren en belichting van een bepaalde filmscène. 

Ik schreef hierover jaren geleden in een Engelstalig blog met voornamelijk Amerikaans publiek. Wat een paar trekjes van een joint met me doet. De diepgang van mijn gedachten wordt misschien wel versterkt, schreef ik, maar mijn korte termijn geheugen wordt een zeef. Dus had ik de gewoonte om bij die gelegenheden pen en papier bij de hand te hebben. Als ik op iets kwam, moest ik dat wel onmiddellijk noteren. De volgende dag zou het idee in mijn hoofd volkomen onbereikbaar zijn geworden. Ik kreeg onmiddellijk een leuke reactie. Deze kwam van een jongen - ik denk 20 jaar of iets ouder – uit Amerika. “Ja precies!” zei hij. “Pen en papier bij de hand hebben als ik een joint rook.” 

Het is een kwestie van common knowlegde dat de mooiste liedjes in de popmuziek op marihuana zijn gecomponeerd. De mooiste gedichten geschreven en misschien de beste boeken. Maar ook als ik een film zie kan ik als het ware ruiken of er joints aan te pas zijn gekomen. “Fear and Loathing in Las Vegas” (Johhnie Depp e.a.) is misschien een extreme weerspiegeling van de permanente geestestoestand van de hele filmindustrie. In ieder geval begrijp en voel ik tal van films veel beter met een trekje of zo dan zonder. Je inlevingsvermogen vermenigvuldigt zich. 

Ook ik heb boeken geschreven. De meeste in volstrekt nuchtere toestand. Maar één had ik niet kunnen schrijven zonder de impuls van een joint. Het is een tamelijk wereldbreed boek met de ambitieuze wens iets vast te leggen over de toestand en vooruitzichten van de mensheid. Niet bescheiden. Klik: Mankind in the balance. Als ik het boek teruglees vind ik dat ik mij voor deze exercitie niet hoef te schamen. De joint heeft inzichten wakker gemaakt waarop ik anders niet gekomen was. Op de zolder van mijn eigen hersenen. Maar ik laat het altijd eerst een nachtje slapen. Als ik de volgende dag na herlezing vind dat het idee verdedigbaar is, dan gebruik ik het. Ik heb wel eens een blog hieraan te danken gehad. Zeker heb ik tal van kladjes weggegooid.

Maar het positieve gevoel moet er wel zijn. Koester je wrok en is er een teleurstelling dan maak je die met een joint alleen maar erger. En inderdaad, ik ben nooit alleen, altijd in gezelschap. Het spreekt voor zich. Je doet toch om iets met een ander te delen, met meer empathie en met beter intellectueel begrip. Zoals in mijn leven een keer 's avonds op het Scheveningse strand, pikkedonker en wat kaarslicht, met een groep buitenlandse studenten. Welk mooier paradijs kan een man van gevorderde leeftijd zich wensen?

De echte wereld is geen paradijs, niet meer en nog niet. Die wetenschap dringt dankzij marihuana bij mij diep door. Maar ik gun iedere mens alle inspiratie, hoe ook verkregen, om de hoop op een betere wereld niet te verliezen. Dat ik daaraan een heel boek heb gewijd zal mij niet worden euvel geduid, wat men ook vindt van mijn antwoord op de vraag hierboven.

4 opmerkingen:

  1. Nee, nooit.
    Buitenlanders verbazen zich daar altijd over:
    een oude Nederlandse hippie die nog nooit een joint heeft gerookt. Veel politici zouden jaloers zijn op mijn onschuldig blazoen!
    De waarheid is: ik had het best gewild, maar ik kan gewoon niet roken. Roken heb ik altijd smerig gevonden. Toen ik 6 jaar was (in 1955) nam ik me al voor om nooit te gaan roken (omdat ik volwassenen die rookten zo vond stinken, en later niet zo wilde gaan stinken) en daar heb ik me aan gehouden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Je kunt het ook eten. Zelfs in de vorm van kauwgom tegenwoordig. Andere manieren genoeg. Niet kunnen roken is een smoesjE..maar wel de meest verstandigste optie.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dat kunnen eten (of als thee drinken) kwam pas in zwang toen ik al een weldenkend moedertje geworden was, dat geen dingen wilde doen die slechte invloed op kindjes hadden, of verkeerd voorbeeld gaven.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hier is er nog een zonder ervaring met wat voor drugs dan ook.
    Reden.....het is er nooit van gekomen en ik heb een hekel aan roken, in mijn jeugd heb ik geprobeerd pijp te roken maar dat smaakt zo smerig dat ik me maart aan een wijntje en een borreltje houd.

    BeantwoordenVerwijderen