dinsdag 30 april 2013

Willem-Alexander zal zijn authenticiteit nog moeten tonen


















Toen Beatrix op de troon kwam wist je onmiddellijk dat daar een persoon stond met haar eigen autoriteit en intellectuele individualiteit. Zo kenden we haar ook al als jonge prinses. Haar zoon, nu koning, heeft zich in zijn leven tot nu toe vooral betoond als een aardige maar intellectueel betrekkelijk ondiepe figuur. Bij hem komt onmiddellijk de vraag op: wie heeft jouw tekst geschreven? Hij plaatst zich in zijn rede bij de inhuldiging zeer nadrukkelijk in de schaduw van zijn moeder, terwijl Beatrix, omgekeerd, juist zeer opvallend uit schaduw van de hare trad. 

Het meest stralend vandaag waren drie vrouwen: Beatrix, Maxima en de kleine Amalia. Alsof de traditie van de vorstelijke overgang van vrouw naar vrouw vandaag – meer dan wat ook – bevestigd werd. Koning Willem-Alexander zag er ongemakkelijk uit: stijf opgeprikt in zijn koningsmantel, te bewust statig kijkend, terwijl dit in feite zijn habitus niet is. Het leek wel of hij wilde zeggen: kijk, dit ben ik als ceremoniekoning. 

De woorden die hij uitsprak waren intussen keurig en ter zake. Het zou mij niet verbazen als hij ook werkelijk in die woorden gelooft. Aan hem zal geen vermoeden kleven van politieke invloed of “macht”: het is evident dat hij die niet heeft. Voor het Nederlandse koningschap is dat een veilige constatering. 

Het zullen vooral de gebeurtenissen in de loop van zijn koningschap zijn, die zullen bepalen wat zijn plek wordt in de galerij van de Oranjes. En ook dan zullen de camera’s toch vooral de lens richten op de vrouwen, op Maxima en haar oudste dochter. Willem-Alexander zelf zal het al een hele prestatie vinden als hij het erfgoed van de monarchie, zoals zijn moeder deze heeft vormgegeven en gemoderniseerd, zonder kleerscheuren kan doorgeven. 

Dat zijn moeder Beatrix zolang zij vitaal en geestelijk is de aandacht zal trekken, ook haars ondanks, lijkt mij buiten twijfel. Zelfs nu zij geen monarch meer is blijft de allure van de majesteit stellig nog lang aan haar kleven. 

Maar hoe dit alles ook zij: met het degelijke en oer-Nederlandse overgangsritueel (het was zelfs een beetje saai) mogen wij als volk toch tevreden zijn. Wat vandaag gebeurde is immers precies zoals het volk dat wil.

woensdag 17 april 2013

Een handtekening voor het ceremonieel koningschap





























In het dubbelinterview met ons aanstaande koningspaar heeft – nu nog – kroonprins Willem-Alexander gezegd: als de meerderheid van de kamer mijn handtekening vraagt voor een ceremonieel koningschap, dan komt die er. 

Dapper. Eigenlijk zegt hij dat de waarde van het Nederlandse koningschap ligt in alles behalve de wettelijke functies. Als het optreden van het (ceremonieel) staatshoofd niet uit zichzelf overtuigt, in de concrete realiteit van de samenleving, zijn de wetten die spreken over zijn regerings-verantwoordelijkheid een wassen neus. 

Willem-Alexander en Maxima stellen zich op in – niet aan het hoofd van - de Nederlandse samenleving. Dat siert ze. Ik ga er even aan voorbij dat op hun eigen manier zijn moeder en haar voorgangers dat natuurlijk ook hebben gedaan. Wat telt is het gevoel dat Willem-Alexander, nu, bij de generaties van deze tijd wil oproepen. Niet terugkijken maar vooruitkijken. Zijn persoonlijke houding is die van een koning voor de Nederlanders, en niet van Nederland. Goede houding, lijkt me. 

In zijn rol als staatshoofd volgens de huidige Grondwet is hij voorlopig meer dan ceremonieel, al zijn de verantwoordelijkheden niet die van hem persoonlijk. Met de benadering die hij kiest heeft hij de mogelijkheid om de discussie over ‘ceremonieel koningschap’ in feite volkomen overbodig te maken. Strikt juridisch zou ik denken: dat heeft destijds Thorbecke eigenlijk al gedaan. 

De waterprins wil nu samen met zijn vrouw het koningspaar zijn van ons allemaal. Wat betekent dit daadwerkelijk voor zijn agenda? Een groot deel van het bestaan van het staatshoofd wordt gedirigeerd door agenda’s die anderen bepalen. Juist door zich nu zo te profileren geeft onze aanstaande koning zichzelf misschien een veel grotere uitdaging dan wanneer hij het grondwettelijk prerogatief van de koninklijke handtekening (en raadpleging) strikt opvolgt. En wat te denken van zijn aanstaande rol als voorzitter van de Raad van State? Als Koning Willem-Alexander daadwerkelijk een gebaar wil maken in de richting van zijn stellingname, dan zou dit de functie zijn die hij onmiddellijk moet opgeven. 

Mij maakt het – aldus bezien – ook niet uit. Staatshoofd is staatshoofd. De representatie en samenvatting van alles wat zich verschuilt onder ‘Nederland’. En wat in mijn ogen veel belangrijker is: Oranje is Oranje. Alleen wanneer wij Oranje uit onze Grondwet slopen is Nederland zichzelf niet meer

maandag 8 april 2013

Stuurloos land aan de Noordzee





















Minder dan ooit weten wij waar het schip van onze staat heengaat. Op 30 april wordt van kapitein gewisseld, maar de nieuwe kapitein krijgt van ons geen koers. Sterker nog, ons schip vaart verbonden met tal van andere schepen van staat – bijna wereldwijd – dus het is lastig navigeren als wij dit uitsluitend op eigen kracht willen doen. 

Het gebrek aan koers – echte visie – nekt ons maatschappelijk en economisch bestel al geruime tijd. De vraag is of het nog mogelijk is met redelijk beleid en voortvarende initiatieven het roer in beweging te krijgen. 

Stellig is het extreme versoberingsbeleid dat ons nu regeert – voortdurend miljarden wegstrepen uit de circulatie van ons publieke bestel – niet de werkelijke panacee waarvan wij alle heil mogen verwachten. Vijanden van dat beleid zijn het daarover eens, nu de vrienden nog. De koers van onze regering, evenals van de overige leiders in Europa, is vast te houden aan de luchtballon die vooral ons financiĆ«le bestel langzaam is geworden. Waarom die luchtballon niet doelbewust doorprikken? 

Ik denk wel eens aan het scenario van de collectieve schone lei. Het scenario waarmee men zou komen na een verwoestende oorlog. Streep alle vermogens weg, alle schulden, geef iedereen naar rato van toegevoegde waarde en primaire levensbehoefte een staatskrediet, en laat de economie opnieuw beginnen. 

Het tweede waaraan ik denk is dat geldcirculatie niet alles bepalend is. Het is een oude gedachte, die al dateert uit de tijd dat wij bevangen werden door de Grenzen aan de Groei. “Elkaars haren knippen” – zonder monetaire transactie – dat is ook economie, werd toen gesteld, ver in de jaren ’70. 

Oud mag die gedachte zijn, maar dat er grenzen zijn aan – materiĆ«le – groei – is een zekerheid. Even zeker als de resterende potentie aan energie en grondstoffen die nog kan worden aangeboord wanneer de fysici ons een handje verder weten te helpen (de zon, atomen enzovoorts). Maar daar kunnen we niet op rekenen. 

Onze samenleving vraagt om een nieuwe start, inderdaad liefst met een schone lei. De problemen waarmee wij worstelen gaan over gebakken lucht. Het hardnekkig oplossen daarvan maakt ons geen cent welvarender. 

Je zou de nieuwe kapitein toch succes willen wensen. 

 
Lees ook: Onze economie is een schuldfabriek