vrijdag 1 november 2013

De slavenmaatschappij kan op den duur geen stand houden
















Onze beschaving staat zich erop voor de verhoudingen die golden in de klassieke oudheid en die vervolgens – opnieuw – in de vroegmoderne tijd – definitief te hebben overwonnen. Geen slavernij meer. Geen mensen meer die behandeld worden als bezit. 

Strikt genomen is dat wel juist. In onze westerse wereld heeft ieder individu zijn eigen juridische identiteit en verantwoordelijkheid – voor zichzelf in de eerste plaats. Wij hebben de vrijheid ons werk te kiezen – naar beschikbaarheid en geschiktheid. Dat wij op de arbeidsmarkt soms moeten inschikken, of niet altijd het geluk aan onze zijde hebben, doet aan een en ander niet af. 

Maar wie de wereld enkel beziet vanuit deze constitutionele optiek miskent de bredere werkelijkheid van macro-economische macht en micro-economische feitelijke afhankelijkheid. Alles bijeen lijken de verhoudingen in onze tijd juist verdacht veel op de wereld die de Romeinen schiepen en die in extreme karikatuur de basis was van de rijkdom van onze meer directe voorvaderen in de tijd van de slavernij. 

Het heeft iets onontkoombaars. Op welke andere manier kan je 16 miljoen mensen in Nederland en vele honderden miljoenen mensen in Europa of in Amerika tevreden en vooral rustig houden? De methodiek verschilt maar niet de uitkomst. 


De methodiek is geen dwang – hoofdzaak is verleiding, en ook aansporing. Zoals onze minister-president Rutte die de burgers aanspoort goede consumenten te zijn. Hij roept ons op iets te doen, niet per se in ons eigen belang, maar in het belang van de macro-economische macht. Het financiële plaatje van de staat op orde krijgen betekent dat wij ons best (moeten) doen, niet mogen verzaken. Consumentisme is de pijnloze gesel, het spel van verlokking waaraan de grote massa ondergeschikt is gemaakt. Godzijdank zijn er de I-Pads, de Smartphones, de Apps, de Games en is er al dat andere “brood –en-spelenvermaak” dat het ons mogelijk maakt aan onze verplichting tot consumeren te voldoen. 

Echt productief – en daadwerkelijk zelfstandig – worden wij hier niet van. Vooral de jongere generatie, die ogenschijnlijk het meest profijt heeft van de moderne elektronica, lijkt nog het meest in slaap gewiegd met dit collectieve duivelsgebroed. 

En inderdaad, de uitkomst is een stelselmatig toenemende kloof tussen de have’s en de have nots. Tussen wie bepaalt, en wie betaalt. Er is geen kwestie van dat wij ontstane wanverhouding doorbreken door een generaal financieel pardon (algehele schuldvermindering), een vermogens-herverdeling, of welke andere grootschalige verlichting voor de burger. Met ons allen blijven wij bukken tot dat de banken en de Staat voldoening wordt gegeven. 

Maar ik zou die twee werelden wel tegenover elkaar gesteld willen zien, in een serieuze overdenking. De doodlopende weg van het huidige beleid tegenover de dodemansrit van een collectieve uitbraak. 

Met die laatste vergelijking kom ik opnieuw bij mijn startpunt. Op enig moment breken slaven hun ketens. Ik ben ervan overtuigd dat het niet meer de vraag is óf dit zal gebeuren, enkel nog wanneer.