Dat alom sceptisch wordt gereageerd op de voorstellen van de Duitse Bondskanselier Merkel en de Franse President Sarkozy om te komen tot een “euroregering” valt goed te begrijpen. Het heeft veel weg van een vlucht in processen zonder concrete antwoord op de substantiële economische vraagstukken waarom het in Europa gaat. Maar ook in eigen huis is de inzet op z’n minst dubbelhartig. Premier Rutte zegt: “geen verlies van nationale bevoegdheden”, terwijl overduidelijk is dat de gang naar een strak fiscaal en economisch euroregime vanzelf leidt tot verdere beperking van onze nationale vrijheden, zelfs wanneer strikt juridisch onze beslissingsbevoegdheid onaangetast blijft.
Ten principale is het grote rookgordijn de gedachte dat meer stringente controle op het overheidsbeleid van de eurolanden de panacee is voor onze economische kwalen. Ik zou denken: die stringente controle had er allang moeten zijn, get on with your job!, en kom met baanbrekende initiatieven die er daadwerkelijk toe doen: ten aanzien van publieke investeringen, gemeenschappelijk fiscaal beleid, werkgelegenheid enzovoorts. Als op die terreinen de samenwerking in Europa – respectievelijk in de eurozone – er niet toe doet dan blijft het vertoon van bestuurlijke eenheid een holle belofte of, veel erger, het symbool van een ergerniswekkende bureaucratie die vooral bij de Europese burger steeds meer weerstand wekt.
Alles wijst erop dat de Europese landen alsnog om de hete brij dansen van het leiderschapsvraagstuk waarmee de unie en vooral de eurozone al jaren worstelen. Dat vraagstuk overstijgt de enkele consensus tussen de grote lidstaten zoals nu Duitsland en Frankrijk. Europa. Het gaat er uiteindelijk om dat wij ons als burger Europeaan voelen, in elk geval in de landen die met dezelfde munt betalen. Zo bezien maken wij ook wijzelf deel uit van het rookgordijn dat nu ten slotte wel eens met een hele flinke zwaai mag worden opgetrokken.
De concrete implicaties van deze opstelling zijn legio, niet alleen op fiscaal gebied of ten aanzien van de overheidsfinanciën. Wij zullen evengoed in het algehele welvaartsconcept, dat aan iedere stabiele en betrouwbare munteenheid ten grondslag ligt, een verfrissend en bij voorkeur mobiliserend gemeenschappelijk Europees perspectief moeten formuleren.
Met een premier die voor zijn handelen mede afhankelijk is van een uitgesproken Europa vijandige gedoogpartner heeft Nederland in die discussie geen gemakkelijke uitgangspositie.
"Het gaat er uiteindelijk om dat wij ons als burger Europeaan voelen, in elk geval in de landen die met dezelfde munt betalen."
BeantwoordenVerwijderenHet grote probleem is dat zovelen zich absoluut geen Europeaan voelen maar Europa meer zien als iets waar plezierige subsidies vandaan komen.
Zodra in deze -helaas vrij algemene- houding verandering komt zijn we op de goede weg.
Ik ben behoorlijk pessimistisch over dat streven naar saamhorigheid. En de meest recente geschiedenis leert toch ook, dat er ondanks die ene munt, gigantische verschillen blijven tussen de landen in financieel en 'welvaartsniveau' opzicht.
BeantwoordenVerwijderen