dinsdag 25 september 2012

Wie wordt de oppositieleider?
















Met het mogelijke vooruitzicht van een PvdA-VVD kabinet ontstaat de interessante vraag naar de vorming van de oppositie. Zal van “de” oppositie wel sprake zijn? Het is niet evident dat deze van linker dan wel van rechter zijde moet komen. Dat geldt dus ook voor de oppositieleider.

Diezelfde vraag kon ook worden gesteld in de jaren van Paars I en Paars II. Het CDA had het als oppositiepartij in die periode moeilijk en de rol van deze partij als tegenspeler van het kabinet kwam niet echt uit de verf. De kiezers beloonden dit in 1998 met zetelverlies, dit vooral ten gunste van de twee regeringspartijen VVD en D66. De meest uitgesproken oppositie tegen Paars kwam na verloop van tijd van buiten, in de persoon van Pim Fortuin.

Een belangrijk verschil met de jaren negentig is het optreden van sterke partijen aan beide flanken: de SP op links en de PVV op rechts. Het midden is behoorlijk verzwakt, en D66 zal zich tegenover een VVD-PvdA kabinet als daadwerkelijke oppositiepartij mogelijk wat ongemakkelijk voelen. Het beeld ontstaat dat zich tegenover de verzoening tussen links en rechts in het kabinet een scherpe links-rechts tegenstelling zal manifesteren in de volksvertegenwoordiging. Kemphanen die hun onderlinge strijd mede op de regering zullen afreageren. Maar is dat oppositie? 

In de geschetste situatie zal het waarschijnlijk vooral aankomen op degene die door zijn of haar persoonlijk optreden de meest geduchte tegenspeler is van het kabinet. Roemer, Pechtold en Wilders zijn de meest voor de hand liggende kandidaten. Stellig zullen zij de daden van de coalitie zeer kritisch volgen en zullen zij zich hierover sterk gearticuleerd willen uiten. Van de rudimenten van het midden – ik denk vooral aan Jolande Sap en Sybrand Buma – valt voorlopig niet veel te verwachten. Zij zitten beiden midden in de heruitvinding van zichzelf. 

Het is natuurlijk ook denkbaar dat opnieuw de situatie ontstaat zoals bij Paars: oppositie van buiten. Een of meer maatschappelijke stromingen met uitgesproken woordvoerders. Maar dit is vooralsnog een zeer speculatief beeld. Dat geldt ook voor de mogelijkheid van oppositie "van binnen": PvdA (of VVD) groepen die zich verzetten tegen concrete maatregelen (compromissen) die het eigen gedachtegoed fundamenteel dreigen te ondergraven. 

Zeker is dat het politieke spel de verschillende partijen opnieuw voor interessante opgaven stelt.

2 opmerkingen: