maandag 3 oktober 2011

De oude partijen worstelen tegen de stroom in




PvdA en CDA zakken beide steeds verder weg in de kiezersgunst. Met de gelijktijdige stabiele, licht stijgende positie van SP en D66 lijkt vooral sprake te zijn van een herschikking in en rond het midden, neigend naar links. Het zijn slechts weerberichten die er ten minste op wijzen dat de rechtse hype een grens heeft bereikt – of ten minste een forse drempel. Maar belangrijk is vooral dat de partijen die de drager zijn van de klassieke ideologieën geen wind meer vangen. Zij dobberen in een niemandsland.

In een televisie-interview dit weekend zag ik de CDA-partijvoorzitter Ruth Peetoom omstandig en tamelijk hulpeloos vertellen over de strategische inspanningen die haar partij weer op de kaart moeten brengen. Heel concreet werd het niet. Haar uitleg bleef hangen in procesmatige verklaringen. Zij heeft het dubbel moeilijk want haar partij mist een duidelijk boegbeeld. Verhagen is de vleesgeworden ontkenning dat het CDA ooit nog met één mond zal kunnen spreken.

De PvdA spreekt – of zwijgt – met een mond die haar achterban steeds minder bevalt. Telkens opnieuw laat haar leider Cohen zich in een hoek zetten door plagerijen van rechts. Tegelijkertijd ontkomt hij er niet aan te zwichten voor de druk van het kabinet als zijn medewerking nodig is in kwesties van nationaal belang (zoals de euro). In het publieke beeld is het gezicht van de partij net zo tweeslachtig als dat van het CDA, verscheurd door verantwoordelijkheidsdrang aan de ene kant en de onzekere speurtocht naar hernieuwd politiek appeal aan de andere. In dit licht zijn partijen zoals de SP, D66 en ook Groenlinks enkel vluchtheuvels maar geen fundamenteel alternatief.

Het succes van de VVD is vooral te danken aan de onverbiddelijke keuze voor direct electoraal succes. Van serieuze pogingen tot een modern liberaal profiel is geen sprake. Als voorman van zijn partij bedient Rutte zich enkel van turbotermen die goed liggen bij publiek en media. Desondanks kan dit moeilijk verbloemen dat de VVD even onherkenbaar is geworden als haar traditionele medepartijen.

Politieke partijen of – anders gezegd – de politieke segmentaties van het electoraat zijn er niet voor de eeuwigheid. Steeds meer dringt het beeld op dat geen enkele strategische heroriëntatie de partijen van het oude schema kan terugbrengen in het centrum van de macht. Die heroriëntatie zal vooral van de kiezers zelf moeten komen. De grote vraag is hoe dit proces zich daadwerkelijk zal voltrekken en of partijvorming in de gangbare zin überhaupt nog een rol kan spelen. Wij weten inmiddels dat het vooral op personen aankomt. Hun opkomst is onvoorspelbaar, grillig en doortrokken van opportuniteit. En misschien is dat de karakteristiek bij uitstek van het politieke toneel dat ons (ook) in de komende periode te wachten staat.

2 opmerkingen:

  1. Was er niet tientallen jaren geleden door politicologen al geconstateerd dat met het stijgen van het onderwijspeil onder de autochtonen er steeds meer mensen zouden zijn die geneigd zijn VVD te stemmen ?
    Verder maakt u niet duidelijk waarom de SP geen blijvend alternatief zou zijn voor de PvdA. De PvdA heeft generaties lang de sentimenten onder het volk bespeeld, de SP is daar iets beter in, is dus meer populistisch, met modieuze en onuitvoerbare beleidsdoelen en blijvende oppositie tot gevolg. Zo gedroeg de PvdA zich toch ook lange tijd? Dat is geen grote verandering.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. In plaats van "onderwijspeil" moet u in mijn vorige reactie lezen "niveau van opleiding".
    Het peil van het onderwijs is helaas niet gestegen maar gedaald, vooral dankzij PvdA-bewindslieden.

    BeantwoordenVerwijderen