zaterdag 18 maart 2017

DE WERELD SNAKT NAAR SOCIAALDEMOCRATIE



Ik heb enige tijd overwogen PvdA te stemmen, en ik vond Ascher een verbetering ten opzichte van Samson, al was die wisseling volgens mij niet echt nodig. Tweestrijd in de PvdA, zo vlak voor de verkiezingen? Jongens waarom? Het is net zoiets als Lubbers die in 1994 zei niet op de lijsttrekker te zullen stemmen – zijn opvolger Brinkman – maar op Hirsch Ballin, die iets lager op de lijst stond. Desastreus. Ik heb ten slotte gestemd op Groenlinks, omdat Jesse Klaver in mijn ogen beter in staat was een frisse visie uit te dragen, met name voor de jongere generatie.

Maar het was niet alleen de abrupte leiderschapswisseling, zegt men. De PvdA is volgens tal van commentatoren al veel langer haar verhaal kwijt. Een proces van gestage afkalving na Wim Kok, die twaalf jaar lang als PvdA-voorman en tevens minister, respectievelijk premier, vooral bestuurder was en geen inspirator zoals vóór hem Den Uyl wel was geweest. De komst van de SP in de Tweede Kamer in 1994 was natuurlijk al een eerste teken aan de wand. Toch zou men kunnen zeggen dat de kern van het probleem al bij Den Uyl moet worden gezocht, of ten minste de erfenis die hij creëerde. Immers, onder zijn leiding werden sociaaldemocratie, progressiviteit en linksigheid op één hoop gegooid. Inwisselbare termen die suggereerden alsof het om één samenhangend gedachtengoed ging dat goed was voor de gewone man en tevens voor de hoogopgeleide intellectuelen die al die “linkse hobby’s” bedachten waarover nu nieuw-rechts zich graag smalend uitlaat.

Dat Spekman als partijvoorzitter typisch dat oude (intellectuele) links belichaamde, valt hem niet te verwijten, al is het goed dat hij van het toneel verdwijnt. Maar het is wel die stukgeroeste linksigheid, zonder aangepaste moderne visie op de toekomst van de hardwerkende burger, die de partij nu definitief de nekslag heeft gegeven. Dit kan niet meer worden rechtgezet door weer andere poppetjes of door een andere campagnestrategie. Dit vraagt totaal een omdenken van de hele geschiedenis.

De talloze tegenstellingen in onze tijd culmineren alle in dat ene tijdloze vraagstuk van macht en onmacht, bezit of geen bezit. Van kansen tegenover volstrekte marginalisering. Van nemen tegenover delen. Als er een tijd is voor degelijke sociale politiek, dan nu wel. Wij moeten ook niet denken dat de neoliberale vrolijkheid van de VVD en haar voorman Rutte het eeuwige leven is beschoren, juist vanwege die omstandigheden. Uiteindelijk loopt iedereen tegen de muur van het onbereikbare ultieme – egocentrische - materialisme.

Partijen die gemeenschapszin, solidariteit, materiële soberheid en vooral immateriële verbetering (cultuur, creatie, humaniteit) en duurzaamheid vooropstellen, hebben bijna per definitie de sleutel voor de toekomst in handen. Vroeg of laat bepalen zij de blijvende levensvatbaarheid van onze wereld op langere termijn. De VVD van Rutte is enkel bezig de laatste restjes van een gedoemde wereld op te snoepen. Zo mag het óók worden gezien.

Zelf ben ik van huis uit liberaal. Maar het verbaasde mij niet dat ik kort geleden de lunch deelde met een voormalig CPN-lid en dat wij in een open gedachtenwisseling over de toekomst redelijk op één lijn zaten: behoud van onze vrijheid als burger, maar wel gebaseerd op een versterkte sociale verantwoordelijkheid van iedereen. De wereld snakt naar een nieuw (vrijzinnig) sociaaldemocratisch perspectief. Inderdaad is omdenken dringend geboden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten