Dit weekend
hield het CDA zijn partijcongres waarbij Sybrand van Haersma Buma bevestigd
werd als lijsttrekker. In zijn speech pleitte
hij voor een “beter Nederland” en een ”nieuwe politiek", gericht op een sterke
samenleving en een eerlijke economie. “Deze
coalitie zou bruggen slaan, maar polarisatie overheerst”, zei hij. Gesteund door zijn congres zette Buma het CDA
traditiegetrouw “in het midden” als de beste plek voor een partij die vriend en
vijand bij elkaar wil brengen.
Echt
vernieuwend is dit allemaal niet. Noch is duidelijk welk electoraat het CDA met
dit profiel wil aantrekken. Kiezers zijn in de eerste plaats geïnteresseerd in
duidelijke opvattingen. Dat de duidelijkheid die bijvoorbeeld een PVV biedt voor
de meerderheid in Nederland onacceptabel is doet hieraan niet af. Hiertegen
afzetten – zoals Buma doet – werkt permanent averechts. Dat hebben we toch wel
geleerd zo langzamerhand?
Juist in
deze tijd van culturele diversiteit en toenemende bevolkingsdruk vanuit de
Islamitische wereld mag van het CDA een heldere christendemocratische visie
worden verwacht, niet over de rug van Wilders, maar rechtstreeks aan alle
Nederlanders die zich ongemakkelijk voelen bij de sociale, economische en
culturele gevolgen van deze ontwikkeling. De speech van Buma bevatte in dit
opzicht bitter weinig aanknopingspunten.
Maar de hele
gedachte dat je als partij nog succes kan hebben met een doelbewuste
middenpositie lijkt mij volledig achterhaald. Midden tussen wat? In het links-rechtsschema
met duidelijke, tegenstellingen op
sociaal-economisch en cultureel gebied was dit nog begrijpelijk, maar nu die
oude tegenstellingen vrijwel geheel verwaterd zijn en het enkel nog gaat om
helderheid en kracht in het publieke vertoon valt de logica ervan geheel weg.
Opnieuw is het de PVV die dit aantoont, met haar gemengd “ultra-rechtse” en
linksige ideeën.
Het CDA is
natuurlijk niet de enige partij die graag in het midden nestelt. D66 lijdt aan
hetzelfde euvel en zij heeft in het huidige politieke spectrum behalve het
vertrouwde gelaat van Pechtold nauwelijks nog een eigen gezicht. Ik zie hem als
architect bij uitstek van de gemiste kans. Het is voor mij onbegrijpelijk dat
D66 en Groenlinks niet al lang de handen ineen hebben geslagen voor een
krachtige sociale, vrijzinnige partij die daadwerkelijk geeft om onderwijs, milieu
en sociale rechtvaardigheid.
Partijen
moeten bovenal duidelijk maken wat zij willen bereiken: hun unieke profiel en hun concrete mix van
strijdpunten in het publieke debat. Het
zijn de kleur en de toon van hun uitspraken waarop de kiezer afgaat.
Bruggen slaan
betekent dat je mensen met verschillende standpunten bij elkaar brengt en
verbindt. Dat is typisch christen-democratisch zou je zeggen. Maar met een plek
in het midden heeft dit niets te maken. Ook van onze rechtse premier Rutte mag
enig bruggen slaan verwacht worden, iets wat hij in de praktijk van het
regeringshandwerk vrijwel dagelijks doet.
In de tweede
plaats geldt de noodzaak van bruggen slaan vooral voor de samenleving als
geheel. Harmonie tussen al die verscheidene Nederlanders bereik je niet in het
parlement. Bovendien sluit het CDA ‘bruggen slaan’ met de PVV al bij voorbaat uit.
Dat is geen sterktebod. Dat Buma geen zin heeft in een coalitie met Wilders is
begrijpelijk, maar je kan zijn aanhang niet zomaar buiten de deur zetten. Het
is juist zaak, zeker voor het CDA, om een visie te ontwikkelen die onze
samenleving van verschillende culturele en etnische achtergronden verbindt met
behoud van Nederlandse waarden. Alleen op die manier is het denkbaar onze
verdwaalde medeburgers weer tot zinnen te brengen. Enkel het perspectief bieden
van ‘een vluchtheuvel’ – zoals het CDA lijkt te doen - is ruim onvoldoende.
Alles bijeen vrees ik dat het CDA met de koers van Buma een
hoofdstuk heeft ingeluid dat wel eens de definitieve epiloog van deze partij
kan zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten