Is er een weg naar een ‘lichte’ naast een ‘zware’ EU?
Met
de verkiezing van de nieuwe Franse president Macron, een ware Sunny Boy, is er voor het eerst sinds lange tijd de hoop
van een voortvarend leiderschap in het hart van Europa. Maar welk hart precies,
en – als het erop aankomt – van welk Europa? Sinds het begin van de jaren vijftig zijn
verschillende concepties van Europa ontstaan die de hoedanigheid van Europa in
onze tijd sterk ongewis hebben gemaakt.
Er
zijn ten minste drie gestaltes – of verdragssferen - van Europa (zie
afbeelding), die bij nadere beschouwing een lappendeken vormen, vervuld van grote
tegenstrijdigheden en niet opgeloste conflicten, bijvoorbeeld op het gebied van
mensenrechten, welvaart en gelijke kansen (Hongarije, Griekenland), rechtstaat
en democratie (Rusland, Hongarije, Turkije). Het gaat ook om landen die wij als
westers Europees burger met geen mogelijkheid ‘Europees’ kunnen noemen.
Hoe
anders is dit ‘Europa’ van het Europa van vóór 1914? Ik heb hierover een
persoonlijk getuigenis van mijn eigen grootmoeder, die Amerikaanse was, en die
rond 1911 voor het eerst, als jonge getrouwde vrouw, met dat Europa
kennismaakte. Zij
herinnerde zich een Europa van grote gemeenschappelijkheid, van Londen naar
Wenen, van Amsterdam naar Moskou..ja, zelfs tot in Istanbul. Moderne
treinverbindingen – waaronder de Oriëntexpres - speelden hierin een belangrijke
rol.
In
de nasleep van WO I werden de eerste breuklijnen getrokken die nadien nooit
werkelijk geheeld zijn. Het was vooral die oorlog – en veel minder WO II - die
ons continent politiek en cultureel verdeelde. En wat is dan nu, honderd jaar
later, in deze tijd, ‘ons’ Europa? Ik vrees dat op deze vraag even zoveel
antwoorden kunnen worden gegeven als ons continent inwoners kent. Dit is wel
bijzonder ironisch omdat wij juist in onze tijd beschikken over ongekende
nieuwe verbindingen. *)
Na
WO II is er een andere prominente eenheid ontstaan, of ten minste het besef dat
wij daartoe behoren, namelijk dat van de Westerse wereld. Europa plus Amerika,
Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. Alle het product van de Europese blanke
mens. Wij willen in onze tijd vooral dààr toe behoren. Maar hier wringt zich onmiddellijk
een schoen. Amerikanen zien ‘westers’ vooral Angelsaksisch, en dat geldt niet
minder voor de Britten, die dit bovendien nog eens hebben onderstreept door hun
eigen breuklijn te trekken met het Europa van de EU. “Westers” zijn wij met
elkaar misschien nog in de NAVO, maar daarvan is ook Turkije lid, dat westers
noch Europees is, ja met de dag minder.
Landen
zoals Nederland (de Benelux), Denemarken en – merkwaardig genoeg – ook Ierland
worden nu door toedoen van Engeland en met het sterk eigengereide Amerika van
Donald Trump teruggeworpen op een zuiver continentaal Europa, een toneel
waarmee zij zich in de geschiedenis altijd enigszins ongemakkelijk hebben
gevoeld, met name door het (dominante) optreden van Frankrijk en Duitsland.
Beide landen spelen opnieuw – of nog steeds – een sleutelrol in de voortgang
van die geschiedenis.
Het
wegvallen van de hegemonie van de (voormalige) Sovjet-Unie in het oostelijk
deel van Europa heeft weliswaar geleid tot nieuwe Europese verbondenheid, maar
ook in dit opzicht is sprake van ambivalente en schuivende loyaliteiten. De
inwoners van de Baltische staten, die zich ogenschijnlijk dapper in het Europa
van de EU én van de euro hebben gestort, zijn niet volop, van harte, Europees
en dit wordt met de huidige generatiewisseling ternauwernood anders, of het
zijn talloze jongeren die hun heil elders, in West Europa, zoeken en zich om
hun eigen land niet meer bekommeren.
Stelselmatige
immigratie vanuit niet-westerse landen voegde een nieuw aspect toe aan de –
sociale, politieke en culturele – lappendeken die Europa, zoals aangegeven, uit
zichzelf al is. Van alle ongemakken zijn de gevolgen hiervan voor velen nog het
moeilijkst te verteren. Anders dan bij immigratiegolven in vroeger eeuwen (die
natuurlijk hoofdzakelijk uit Europa zelf kwamen) is sprake van een hardnekkige
stagnatie in de sociale en culturele absorptie (assimilatie) van de betrokken –
met name Turkse en Marokkaanse – bevolkingsgroepen. Internationale ontwikkelingen, inclusief de
herleving van religieus fanatisme, trekken diepe scheuren in onze gemeenschappen.
Zij voeden een wederkerig mentaal isolement van sexisme, fanatisme, racisme,
met toenemende agressiviteit en zelfs ernstige gewelddadigheid. Hoe
maken wij hiervan alsnog een Europa met minimaal gedeelde waarden? (**)
Maak de eurozone een krachtige
regio (“harde EU”)
Het
Europa van de euro raakt ons dagelijks en is voor Nederlanders het meest
cruciaal op dit moment. Klapt de euro-economie, dan houdt voor ons alles op. Tussen
de eurolanden is het daarom zaak de losse rafels snel aan te pakken. We moeten
sterker met elkaar verbonden worden. Niet met nog meer regels en sancties maar
in onze intrinsieke euroverbondenheid. Te veel overheersen de rekenmeesters van
de Europese Centrale Bank, zonder samenbindend gezag en zonder gedeelde visie
op onze rol als ‘eurogroep’ in het krachtenspel van de wereldeconomie. Dat
hieraan tevens een sterker democratisch element gekoppeld dient te worden in de
vorm van een euro-parlement (als aparte sectie van het EU parlement), lijdt bij
mij geen twijfel. Ook lijkt het mij logisch dat dit gepaard gaat met een versterkte
publieke c.q. parlementaire verantwoordingsplicht van de raad van ministers van
de eurolanden. De verworvenheden van de huidige EU dienen voor de eurolanden
onverkort gehandhaafd te blijven. Voorlopig wordt – in deze opzet - de eurozone
niet uitgebreid (zie de met groen aangeduide landen) en wordt alles in het werk
gesteld om Griekenland er bij te houden.
Essentieel
is dat de landen van de Europese muntunie gezamenlijke ambities formuleren ten
aanzien van de belangrijkste opgaven in onze tijd: klimaat, energie, migratie
en bevolkingsontwikkeling, sociaal en fiscaal beleid, en dat zij die ambities
voortvarend uitdragen in de grotere wereldgemeenschap.
Saneer de huidige – grote – EU
tot een sobere (“zachte”) Europese (markt-)gemeenschap
Reeds
enige tijd staat deregulering hoog op de agenda van de EU, maar het is een
uitzonderlijk taai proces met tal van belangenconflicten. De gedachte aan een
‘zachte’ EU (minder regels c.q. verplichtingen) is intussen actueel geworden in
de discussies rond de Brexit, al heeft deze in veler ogen vooral de geur van
“niet de lasten, wel de lusten”. Dit is
natuurlijk geen redelijk uitgangspunt. Lusten en lasten dienen over het geheel
genomen steeds in evenwicht te zijn. Veeleer zou dienen te worden gekeken naar
de condities en voorzieningen die thans gelden voor landen met een
associatieverdrag met de EU (w.o. Noorwegen, Servië). Welke aanvullende
voorzieningen zijn dan nodig voor een minimaal toereikend lidmaatschap van de
EU? En zou dit een EU kunnen zijn waarvan ook Engeland lid wil blijven?
Ik
werp dit alles enkel op bij wijze van gedachte-exercitie:
een sterk afgeslankte - of sterk
versoberde – ‘grote EU’, en een kleine kern: de ‘harde EU’ van de muntunie. Om
Europa sterk te maken moeten wij misschien een stapje terug en naar voren
tegelijk. Dat is de achterliggende overweging.
Onze identiteit als Europeanen
Maar
al deze denkbare herschikkingen in schaal en verantwoordelijkheid van de
samenwerking in Europa laten de vraag naar het diepere wezen van Europa en dus
ook van onszelf als Europeaan onbeantwoord. Deze vraag is eens te meer
pertinent in een tijd waarin populistisch nationalisme sterk overheerst in het
publieke (media)geluid en waarop tot nu geen overtuigend – dat wil zeggen: beslissend
– weerwoord is gegeven. Zeker zijn verwijzingen naar het verleden, twee
Wereld-oorlogen of meer in het algemeen de geschiedenis van rivaliteit en
conflict tussen de grotere Europese mogendheden van destijds geen zinvolle
respons. Jongere generaties hebben
hiervan geen levende voorstelling en verlangen – in mijn ogen terecht – een
antwoord dat gericht is op – en inspiratie biedt voor - hun toekomst.
Want
is immers voor onze identiteit als Europeaan zo’n land als Griekenland (de
Grieken als volk) niet verschrikkelijk wezenlijk. Dat is toch meer dan alleen geschiedenis? ***)
En
geldt dit niet eveneens voor Amerika en Canada? Dus ook voor Engeland? We
moeten ons werkelijk afvragen of wij Engeland op deze manier uit Europa mogen
laten stappen. Misschien hebben juist wij als continentaal Europa de
verantwoordelijkheid om de brug naar Engeland terug te slaan. Op dezelfde
manier zou Europa ook naar Amerika – het Amerika van Donald Trump – de hand
reiken: kunnen wij Trump helpen? Of Putin met zijn Rusland?
Het
lijkt mij vervolgens dat wij in de ‘grote’ EU meer doelgericht kunnen werken
aan onze identiteit, dat wil zeggen de waarden die de EU vertegenwoordigt ten
aanzien van thema’s zoals duurzaamheid, (religieuze) vrijheid en tolerantie,
samenwerking en vriendschap (inclusief conflictbeheersing), en niet te vergeten
veiligheid. De EU dient ook een defensie-unie te zijn, zo nodig met het
gelijktijdig relativeren van de betrekkingen in de NAVO. Heel concreet: ja, we
moeten meer offers brengen voor onze militaire capaciteit en paraatheid, maar
niet per se ter bevrediging van de verlangens van de VS.
De
aanhoudende stroom vluchtelingen aan de zuidflank van Europa is de meest
actuele – en dringende – testcase in deze tijd voor wie wij zijn als
Europeanen. De aarzelende reactie van verschillende EU-lidstaten op het verzoek
van Italië om hulp bij het opvangen of kanaliseren van vele duizenden migranten
stemt in dit verband niet tot optimisme. Los hiervan zal hert vooral gaan om de
bijdrage die de EU-landen bereid zijn te leven aan de verbetering van de
omstandigheden in (noord-) Afrika.
De positie van Nederland
Wij
hebben als Nederland in Europees verband en ook daarbuiten unieke mogelijkheden
om nieuwe bruggen te slaan. Dat vraag evengoed een ambitieuze, grensverleggende
opstelling. Het is daarom te hopen dat het komende politieke seizoen, met een
nieuw kabinet, hieraan een flinke impuls geeft.
Voetnoten
***) Stellig is voor mij
Griekenland ook toekomst, al was het omdat mijn kleinzoon een half-Griekse
vader heeft.