vrijdag 27 december 2013

Mijn nieuwe blogsite voor liefhebbers van jazz & dansmuziek uit de jaren '30

Mijn vader verzamelde in zijn jeugd vele 78-toerenplaten met muziek van Amerikaanse en Britse jazz and dansorkesten. Hij nam een groot aantal daarvan jaren later op met zijn bandopnemer. Die bandopnamen heb ik vervolgens omgezet in een compleet digitaal muziekarchief.

De belangrijkste nummers uit dit archief zet ik nu op een nieuwe blogsite die geheel gewijd is aan het 78-toeren erfgoed van mijn vader:

Link: DINAH'S CLUB


Hier een nummer uit deze site:



Louis Armstrong en Jimmy Dorsey & his Orchestra: "When the skeleton in the closet started to dance".

maandag 9 december 2013

MIJN NIEUWE BOEK: GELUKKIG NEDERLAND


Sinds 2006 publiceer ik met enige regelmaat korte essays over de actualiteit. Dit deed ik aanvankelijk in het Volkskrantblog, en na 2011 op mijn eigen weblog Vrijheid - je eigen Verantwoordelijkheid.

Van die essays maakte ik een selectie. Zij vormen alle bijeen een momentopname, een tijdbeeld van Nederland in de eerste jaren van de 21ste eeuw.

Er is sprake van schuivende thema's. In het eerste gedeelte ligt de nadruk vooral op samenlevingsvraagstukken (integratie, jeugdzorg en onderwijs). De daaropvolgende beschouwingen richten zich meer op economie en werkgelegenheid. Die veschuiving loopt parallel met de feitelijke ontwikkelingen in deze periode.

Het boek (154 pag.) is verkrijgbaar bij Mijnbestseller.nl.

maandag 2 december 2013

Dirigisme beheerst het ambtelijk denken in heel Europa


In onze wereld hangt alles met alles samen, op steeds grotere schaal. Wat gebeurt in klein verband mag niet te veel afwijken van wat in het grotere geheel wenselijk wordt gevonden. Economie is de meest overheersende dimensie waarin dit een waarheid lijkt als een koe. Ons eigen Europa – met name de eurozone – is het meest direct aansprekende voorbeeld. De processen die wij ter wille van vrij verkeer van goederen, kapitaal, diensten en personen in gang hebben gezet, gaan slechts één kant op: meer afstemming en meer centrale regie.

Ook op andere gebieden beheerst afstemming, harmonisatie en samenhang het denken van degenen die hieraan uit hoofde van hun functie – vooral in overheden – moeten vormgeven. Wie kijkt er nog op als prelaten van het publieke bestel pleiten voor “meer bevoegdheden”. Meer bevoegdheden voor Brussel, meer bevoegdheden voor veiligheidsdiensten, enzovoorts: meer centrale macht én meer controle op de individuele burger, in welke hoedanigheid dan ook. Zij doen dit doorgaans met een minzame glimlach. “Wilt u het ene, dan ook het andere.” 

Mij bekruipt gaandeweg de vergelijking met het laatmiddeleeuwse regime van de Roomse kerk: allesbeheersend in het particuliere en het maatschappelijke gedrag van elk individu. Het verschil met toen, namelijk dat van enigerlei individualiteit niet of nauwelijks sprake was, wordt langzamerhand alleen een gradueel verschil.

Het meest zorgwekkende is dat die prelaten – ambtenaren, uitvoerende politici, “dignitarissen” – niet anders lijken te kúnnen. Zij spreken vanuit het onontkoombare. Hun glimlach is het product van oprechte zorg, angst misschien ook (voor de chaos, en voor het geweld), logica (het ene, dus ook het andere), de beste bedoelingen (waartegen wij ons juist bij uitstek moeten verweren) en ten slotte van hun diepste overtuiging dat zij het bij het rechte eind hebben.

Serieuze tegenspraak is er niet, of het is rauw, platvloers populisme. Hun logica is daartegen wel bestand. Men kan het afdoen – opnieuw – met een glimlach. 

Wie in dit bestel een weerwoord wil bieden moet wel zeer sterk in zijn schoenen staan. Dat kan niet wanneer men evenzeer van binnenuit, vanuit dit bestel, wil redeneren. Echte tegenspraak kan alleen “out of the box”. 

Aan dergelijk denken is op dit moment een schrijnend tekort. Geen van onze Nederlandse politici geeft er blijk van. Werkelijk niemand. Een serieuze intellectuele elite die dergelijke weerspraak kan bieden, ontbreekt evenzeer.

Gaat onze wereld werkelijk maar één kant op? Wie de geschiedenis kent, weer dat dit niet waarschijnlijk is. Ooit was er zoiets als de achterkant van de waarheid. Het wordt hoog tijd dat wij die in alle ernst gaan opzoeken.

zondag 1 december 2013

Het koninkrijk als volksvermaak










Vijftig jaar geleden nam mijn vader met zijn bandopnemer de radiouitzending op van de Nationale herdenking 1813 - 1963. Ik maakte hiervan, in combinatie met fotoshots van het Polygoonjournaal, een korte videoclip.



Nationale Herdenking 1813 - 1963, Plein 1813 Den Haag

Een plechtstatige gebeurtenis. Beatrix, ook toen in de hoedanigheid van prinses, gaf een gedragen speech. Haar ouders Koningin Juliana en Prins Bernhard luisterden toe alsof het ging om een begrafenis. Herdenken doe je in ernst, heeft men toen duidelijk gedacht.

Groter contrast met het spektakel op zaterdag 30 november 2013 is niet denkbaar. Het naspelen van de landing van de Prins van Oranje - later Willem I - is natuurlijk vaker gebeurd. Een publieksshow met mooie kostuums en een vrolijke feeststemming. Acteur Huub Stapel veroorloofde zich de nodige anachronismen bij zijn begroeting van het Scheveningse volk. Ach ja.

Datzelfde deed hij opnieuw bij het "koninkrijksconcert" in het circustheater. Inderdaad meer een circus dan een concert. Het Metropole Orkest begeleidde enkel lichte kost. Korte en snel opeenvolgende optredens van zangers uit alle windstreken van Nederland, en daarnaast enkele heren die iets serieus moesten zeggen maar die evenzeer lichtvoetig door hun thema gingen.

Met dit openingssalvo van een herdenking die liefst twee jaar moet gaan duren (het koninkrijk kwam immers pas daadwerkelijk in 1815), is de toon in onze nationale geschiedsbeleving gezet. Het moet vooral vermakelijk zijn.

Die toon overheerst ook in de aandacht voor de verdere geschiedenis. Niet geheel toevallig verschenen juist weer nieuwe biografieën over de drie eerste Oranjekoningen. De enige berichtgeving hierover betreft de privé-escapades van Willem II en de mogelijke rol hiervan bij zijn ommezwaai naar de liberale democratie die wij vandaag kennen. En ook het voetstuk van Willem I krijgt een flinke duw.

Ik geloof dat ik wel eens eerder heb betoogd dat niet het koninkrijk maar de Oranjerepubliek, die - met onderbrekingen - al ruim vierhonderd jaar bestaat, het meest overwegende - en herdenkingswaardige - aspect is van het verschijnsel Nederland. Als wij dit verschijnsel - samen met Oranje - willen vieren moet worden teruggegrepen naar een veel eerder tijdstip in onze historie dan de terugkeer van Oranje in november 1813. 

Maar hoe dit ook zij, een serieuze toespraak hierover moet - kennelijk - nog komen.