Rozen verwelken, schepen vergaan, en zal de PvdA wel altijd blijven bestaan?
De eerste reacties op de terugtreden van Job Cohen als leider van de PvdA gaan vooral over de mismatch tussen zijn persoon en het heersende politieke klimaat. Een goede man op de verkeerde plek. Maar ik denk dat het meer is dan een leiderschapskwestie. Het is zelfs de vraag of het ooit met de PvdA nog goed kan komen, wie nu of later ook de rol van Cohen overneemt.
Sinds het vertrek van Wim Kok, nu bijna tien jaar geleden, ontbeert de partij een authentiek, onderscheidend verhaal dat uit zichzelf is opgewassen tegen het rauwe egoïstisch populisme van de heersende politieke orde. De politieke doodskus werd toegediend toen Wouter Bos besloot deel te nemen aan een kabinet onder leiding van het CDA. En misschien is de grootste fout van Cohen geweest dat hij niet tot meer concessies bereid was op het moment dat Paars-plus in 2010 als serieuze optie op tafel lag.
Maar het begint met de sociaal-democratie als zodanig. Het succes van de SP maakt duidelijk dat er wel degelijk sterke linkse sentimenten leven in Nederland. De links-rechts verdeling is een redelijke constante. Het zijn de extremen aan beide zijden die nu grote zuigkracht uitoefenen. De werkelijke Nemesis van Job Cohen is niet plaaggeest Wilders maar Roemer, c.q. diens voorganger Marijnissen. Niemand in de PvdA kan dit beantwoorden zonder een partijbrede consistente visie.
PvdA en CDA verkeren beide in dezelfde doodsnood. In beide gevallen is het niet enkel nieuw leiderschap dat het tij zal kunnen keren. De doodsnood betreft het hele politieke bestel en ook de VVD is hiervoor niet immuun. Rutte mag misschien succesvol zijn, maar het ideeëngoed waarop dat succes berust is flinterdun.
Ten slotte valt mij op dat Cohen en ook anderen rond zijn aftreden de indruk wekken alsof er een strijd is om het behoud van – politiek en publiek - fatsoen. Ik zie dat toch als een misleidend beeld, hoe tenenkrommend de uitingen van Wilders en de zijnen mogen zijn. Natuurlijk maakt ook de toon de muziek. Het zoeken is echter naar de juiste partituur.
Sinds het vertrek van Wim Kok, nu bijna tien jaar geleden, ontbeert de partij een authentiek, onderscheidend verhaal dat uit zichzelf is opgewassen tegen het rauwe egoïstisch populisme van de heersende politieke orde. De politieke doodskus werd toegediend toen Wouter Bos besloot deel te nemen aan een kabinet onder leiding van het CDA. En misschien is de grootste fout van Cohen geweest dat hij niet tot meer concessies bereid was op het moment dat Paars-plus in 2010 als serieuze optie op tafel lag.
Maar het begint met de sociaal-democratie als zodanig. Het succes van de SP maakt duidelijk dat er wel degelijk sterke linkse sentimenten leven in Nederland. De links-rechts verdeling is een redelijke constante. Het zijn de extremen aan beide zijden die nu grote zuigkracht uitoefenen. De werkelijke Nemesis van Job Cohen is niet plaaggeest Wilders maar Roemer, c.q. diens voorganger Marijnissen. Niemand in de PvdA kan dit beantwoorden zonder een partijbrede consistente visie.
PvdA en CDA verkeren beide in dezelfde doodsnood. In beide gevallen is het niet enkel nieuw leiderschap dat het tij zal kunnen keren. De doodsnood betreft het hele politieke bestel en ook de VVD is hiervoor niet immuun. Rutte mag misschien succesvol zijn, maar het ideeëngoed waarop dat succes berust is flinterdun.
Ten slotte valt mij op dat Cohen en ook anderen rond zijn aftreden de indruk wekken alsof er een strijd is om het behoud van – politiek en publiek - fatsoen. Ik zie dat toch als een misleidend beeld, hoe tenenkrommend de uitingen van Wilders en de zijnen mogen zijn. Natuurlijk maakt ook de toon de muziek. Het zoeken is echter naar de juiste partituur.