De aanleiding
Vrijdag jl.
luisterde ik naar een discussie op Radio 1. De namen van de deelnemers zijn mij
ontgaan. Het ging onder meer over de rechterlijke uitspraak tegen Geert Wilders.
Een van de deelnemers, ik meen een politica van PVV-huize, beweerde dat wanneer
je in Nederland geboren bent, maar uit Marokkaanse ouders, je geen (echte) Nederlander
bent. Ik moet aannemen dat zij hetzelfde zou beweren wanneer iemand uit twee
Duitse ouders geboren is, of twee Australische ouders enzovoorts. In politiek
kruipt dus een nieuw criterium voor Nederlanderschap, bovenop het
Nederlanderschap dat wordt bepaald door onze nationaliteit (respectievelijk ons
paspoort).
Onze Nederlandse identiteit bepalen wijzelf
als vrije burger
Ik had een
Amerikaanse grootmoeder. Mijn vader zei altijd: ik ben 100% Nederlands en 50%
procent Amerikaans. Dat was zijn
identiteit. Aan zijn Nederlanderschap in de zin van de wet kon niet worden
getwijfeld. De Amerikaanse invloed in zijn leven deed daaraan niets af, het voegde
juist iets toe.
En zo is het
ook met alle andere (geboren en genaturaliseerde) Nederlanders. Gelukkig nam de
Nederlandse jongedame in de discussie - met Marokkaanse ouders – grote afstand
van de stelling van de politica. Ook zij mag – als Nederlander – haar eigen
identiteit bepalen.
Het gaat om
de kern van de diversiteit in onze sterk geïndividualiseerde maatschappij. Ons
Nederlanderschap is eenduidig en (juridisch) absoluut. De rest is onze
persoonlijke keuze, die natuurlijk ook wordt bepaald door de achtergronden die
wij meekrijgen.
Zo voel ik
het zelf ook. Ik ben ook zelf een Nederlander met een zeer uitgesproken
persoonlijke identiteit. 25% Amerikaans, ik schreef een Engelstalige biografie
over mijn grootmoeder, 100% Amsterdams,
ik ben er geboren en getogen; ik ben een beetje Haags en Europees, en daarnaast
vooral een wereldburger.
Politici die
verantwoordelijk zijn voor grondbepalingen in ons rechtsbestel horen beter te
weten dan die ene politica op de radio. Aan dat soort mensen en de onzin die
zij uitkramen moeten wij gewoon voorbijgaan.
Tot slot
Zaterdag was
er opnieuw een discussie over ‘Wilders’.
Een van de gespreksdeelnemers beweerde dat de rechter zich over het
optreden van Wilders had uitgesproken in termen van rassendiscriminatie. Alsof
de rechter nu had bepaald dat een Marokkaan een eigensoortig ras is. Niets is
meer onjuist. Over rassendiscriminatie sprak de rechterlijke uitspraak in het
geheel niet. Wel over Marokkanen als minderheidsgroep. Je kan er over twisten
of er zoiets bestaat als een bepaalde ‘groep’, in casu Marokkaanse
Nederlanders. Hooguit vormen zij een categorie. De hele kwestie illustreert hoe
slordig de discussies in Nederland over dit onderwerp zijn. Erger nog vind ik
de slordigheid die de media hierin tonen:
een slordigheid grenzend aan gulzige gretigheid naar krasse uitspraken,
al raken zij kant nog wel.
Woorden
hebben hun betekenis. En wie fout woordgebruik niet ter plekke corrigeert (zoals
de media dit systematisch nalaten) laat niet alleen de goedwillende luisteraar
in onbegrip achter, maar zeker ook degenen die juist hieraan hun giftige wapentuig
ontlenen. Niet in de laatste plaats Wilders zelf.